Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word mars

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
Mars‐
(Martiaans)
Martian
;
Arean
marsa
🔗 De Maan en Mars bestaan in hoofdzaak uit gesteente.
🔗 Geen der mannen zou ooit de mars naar Boston vergeten.
(top)
day’s march
tagmarŝo
🔗 De dagmars beloofde warm en vermoeiend te worden.
(Martiaan)
Martian
🔗 En impulsief, zoals dat mijn gewoonte is, sprong ik nu achter het beschuttende totsblok vandaan en begaf me snel naar de lijken van de omgekomen groene Marsbewoners, met in mijn geest al een goedomlijnd plan de campagne.
militista
(Marsbewoner)
Martian
🔗 De Martiaan had een hele tijd gezwegen en leek op iets te broeden.
Martian
marsa
🔗 De Martiaanse nachten waren bijna even donker.
🔗 Toch lijken de Russen nog geen noemenswaardige opmars te maken.
(defilé)
terugmars
;
withdrawal
terugmars
;

DutchEnglish
mars march; pack; top
Mars Mars
heel wat in zijn mars hebben have brains
op mars on the march; on their march
voorwaarts mars! quick march!
weinig in zijn mars hebben be not very bright
bruiloftsmars wedding‐march
dagmars day’s march
ganzenmars Indian file; single file
Marsbewoner Martian
Marsmannetje Martian
marsmuziek marching music
marsorde order of march
marsorder marching order; route
marsroute marching route
marstempo rate of march; march‐time
marstenue marching order
marsvaardig ready to march
martiaal martial
Martiaan Martian
Martiaans Martian
opmars advance; drive; march; onrush; progress
terugmars march back; march home
treurmars dead march; funeral march