Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word marktvrouw

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Er werd maar weinig aandacht aan de reizigers geschonken, naast zo nu en dan een opkijkende winkelier of marktvrouw.
(bazaar; marktplaats)
bazaar
;
market
🔗 Als veefokker zal hij er een nodig hebben om zijn vee naar de markt te brengen.
(afzetgebied)
🔗 Er werden prijzen bereikt die op de Europese markten nog nooit voorgekomen waren.
(marktplaats);
🔗 ’s Avonds gaven ze een voorstelling op de markt.
(echtgenote; gemalin);
spouse
🔗 Dit is mijn vrouw.
vrouw
(wijfje; vrouwtje)
(vrouwmens; vrouwspersoon; wijf);
female
🔗 Het was een vrouw die me dit gaf.
(dame; koningin)
(mevrouw; dame)

DutchEnglish
marktvrouw market‐woman
markt bazaar; emporium; market; marketplace; mart
vrouw female; missus; lady; quean; queen; wife; woman; spouse; Mrs.