Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ladenkast
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(commode) | dresser ; chest of drawers | |
🔗 Janne keek vlug weg en liep op de ladenkast af. | ||
; ; | ||
🔗 Ik zette mijn tas naast mijn stoel en liep naar de kast. | ||
(bak; kist; schrijn) | ; | |
🔗 De kast van het uurwerk was ernstig ingedeukt en de ijzers stonden op kwart over een. | ||
(la) | drawer | |
🔗 Hij trok een andere lade open en haalde er een nieuw pakje uit, dat leeg was. |
Dutch | English |
---|---|
ladenkast | bureau; chest of drawers; dresser |
kast | bin; box; cabinet; case; cupboard; den; digging; digs; joint; press; wardrobe; chest; bookcase; diggings; quod |
lade | batten; drawer; till; stock |