Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word koelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bekoelen)
malvarmetigi
get cold
malplivarmiĝi
🔗 Laat uw soep toch niet afkoelen, heren!
;
cool down
malplivarmigi
🔗 Als water beneden nul graden wordt afgekoeld, gaat het bevriezen.
(luwen); ; ;
🔗 Toen hij door de koude gang liep, bekoelde zijn woede echter en ten slotte stond hij stil om na te denken.
;
cool down
malvarmetiĝi
(koelen)
malvarmetigi
🔗 De eerste aanblik bekoelde zijn enthousiasme.
(fris)
🔗 De wind was koel.
(lauw)
dispassionately
(ijskast)
refrigerator
cooling‐system

DutchEnglish
koelen chill; cool; cool down; cool off; refrigerate
afkoelen anneal; chill; cool; cool down; cool off; quench; grow cooler
bekoelen chill; cool; cool down; cool off
gekoeld frappé; cooled
koel aloof; brittle; chill; chilly; clinical; cold; cool; cool‐headed; dispassionate; dispassionately; frigid; unwelcoming; coolly
koelauto refrigerated lorry
koelbak cooler
koelbox cool box
koelcel cooler; cold storage
koelelement refrigerating element
koelhuis cold store; cold‐storage depot
koeling refrigeration; refrigerator; cooling; cold store; cooling‐system
koelinstallatie refrigeration plant
koelkamer refrigeratory; cold store; cooling‐room
koelkast cooler; refrigerator
koelmiddel coolant; refrigerant
koelschip refrigerator ship
koelsysteem cooling‐system
koeltoren cooling‐tower
koelvloeistof coolant
koelwater cooling‐water
onderkoelen supercool
verkoelen cool; cool down; cool off; refrigerate; chill