Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word knieboog
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
back of the knee ; hock | ||
(ronding) | ; ; | |
🔗 En toen richtten zij hun blik op de boog en de verwoeste poorten. | ||
🔗 Hij droeg een boog op zijn rug en had een koker met glimmende pijlen op zijn heup. | ||
🔗 Zijn knieën begaven het en hij zakte in elkaar. |
Dutch | English |
---|---|
knieboog | bend |
boog | arc; arch; archway; bend; bind; bow; camber; curvature; tie; curve |
knie | knee |