Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word knapperd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
clever clogs
(fraai; mooi; net); ;
comely
🔗 Hij is te knap en te hooghartig.
(snugger)
🔗 Eerst moet je hieruit zien te komen, jongen, en als je dat lukt, ben je knapper dan ik.
(bekwaam; kundig)
kapable
(ontwikkeld)
well‐informed
(bekwaam; capabel; kundig);
capable
🔗 Zoiets kan zelfs de knapste bouwmeester overkomen.

DutchEnglish
knapperdclever fellow; clever one
knapsmart; snap; able; ably; buxom; capable; clever; cleverly; comely; good; good‐looking; goodly; handsome; knowledgeable; make your mind easyI’m easy; nice‐looking; personable; spruce; tight; crack; pretty; well‐informed