Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kerklid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 George Bush is een groot voorstander van liefdadigheid via de kerk.
(kerkgebouw)
🔗 De verlaten kerk verkeerde in een staat van groot verval.
🔗 Hij zou het in de kerk ver gebracht hebben.
(lidmaat)
🔗 Wie was het derde lid van je groep?
(genoot);
🔗 Turkije heeft Israël eerder gewaarschuwd voor „ernstige gevolgen” als het land probeert leden van Ḥamās op te sporen die in Turkije wonen.
(term)
🔗 Ook komt het voor dat we beide leden trachten te herleiden tot dezelfde eenvoudiger vorm.
(lidmaat)
🔗 Het water is diep, en donker en koud, en nu al amuseren onbekende creaturen zich met mijn lid.

DutchEnglish
kerklidchurchman
kerkchapel; church; house of God; kirk
lidfellow; lid; limb; member; phalanx; paragraph; term; joint; degree; generation; penis