Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word kerkgebruik
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(rite; ritus; ritueel) | observance ; ; | |
(praktijk) | custom ; ; | |
🔗 Daardoor weet ik niets van de plaatselijke gebruiken. | ||
(aanwending) | ; | |
(emplooi; inzet) | ||
🔗 „O,” zei Hugo, „een dergelijk merkwaardig gebruik van het woord ‚veilig’ is helemaal nieuw voor me.” | ||
(gewoonte) | custom ; | |
🔗 Dat is een oud gebruik. | ||
🔗 George Bush is een groot voorstander van liefdadigheid via de kerk. | ||
(kerkgebouw) | ||
🔗 De verlaten kerk verkeerde in een staat van groot verval. | ||
🔗 Hij zou het in de kerk ver gebracht hebben. |
Dutch | English |
---|---|
gebruik | application; consumption; custom; employment; exercise; habit; mode; practice; usage; use; way; wear |
kerk | chapel; church; house of God; kirk |