Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kerkelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(geestelijk)
🔗 De zware aardbeving in Lissabon die die stad in 1755 op een kerkelijke feestdag verwoestte, bracht velen in Europa, de filosofen van de Verlichting voorop, aan het twijfelen over het bestaan van een rechtvaardige God.
clerical
;
clericalist
🔗 George Bush is een groot voorstander van liefdadigheid via de kerk.
(kerkgebouw)
🔗 De verlaten kerk verkeerde in een staat van groot verval.
🔗 Hij zou het in de kerk ver gebracht hebben.

DutchEnglish
kerkelijkcanonical; church; ecclesiastical; religious
kerkelijke begrafenisreligious burial
kerkelijke goederenchurch property
Kerkelijke StaatPapal States; Pontifical State
kerkelijk feestchurch festival
kerkelijk huwelijkchurch wedding; religious wedding
buitenkerkelijksecular; non‐church
kerkchapel; church; house of God; kirk
onkerkelijkunchurchly