Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hulpeloos

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
helpless
(machteloos)
🔗 Nog nooit had hij zich zo hulpeloos gevoeld.
🔗 En hulp kunnen we heus wel gebruiken!
(assistentie); ;
support
;
🔗 Geef hem alle hulp waar hij om vraagt en oordeel zelf maar hoever je jullie onderlinge verhouding wilt laten gaan.
(helper; assistent)
(helper);
(assistentie; bijstand); ;
🔗 Ik heb je hulp nodig.
🔗 De hulp van de opdrachtgever kreeg 16 jaar cel.
helplessness
🔗 Toen ging hij, met een plotseling gevoel van hulpeloosheid, weer zitten, want hij begreep dat hoewel hij alle voordelen had van een verrassende aanval—wat misschien het belangrijkste element is in elk gevecht—hij in geen geval de situatie meester was.

DutchEnglish
hulpeloos helpless; helplessly; high and dry; resourceless
hulp aid; assistance; auxiliary; avail; help; helpmate; helpmeet; relief; succour; support; stand‐by
hulpeloosheid forlornness; helplessness