Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hoortoestel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vernemen; verstaan)
🔗 Ik hoor iemand naderen!
(behoren)
befit
;
be fitting
🔗 Ziek zijn hóórde niet.
(behoren); ; ; ;
be obliged to
; ; ;
(hoorn; toeter)
🔗 Het Drents heideschaap is bijzonder omdat ook de vrouwtjes horens hebben.
(hoorn)
🔗 Toddy greep de horen van de haak.
🔗 Ik meen het gehoord te hebben.
(behoren)
(apparaat; inrichting); ; ; ;
gear
🔗 De politiechef wierp een aarzelende blik op de glimmende toestellen.
(machine);
plane
🔗 De vier toestellen kunnen tegelijk starten.

DutchEnglish
hoortoesteldeaf‐aid; ear aid; hearing aid
horenaudience; go; hear; learn; belong to; horn; bugle; receiver; mouthpiece; understand; belong
toestelapparatus; appliance; contrivance; device; extension; gear; machine; rig; set