Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hap

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(mondvol)
morsel
(beet; knauw)
🔗 Na twee happen voelde hij zich al een stuk beter.
morsel
(bijten)

DutchEnglish
hap bit; bite; gobbet; inroad; morsel; snap
in één hap at one bite; at one mouthful
happen snap; bob; bite