Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hanger

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(oorbel; oorhanger)
ear‐drop
(schouderriem)
baldric
;
shoulder‐belt
;
bandoleer
(ophangen; opknopen)
🔗 Hij hing het aan de genoemde knop en wilde zijn oude hoed erbij hangen.
;
🔗 Mijn geweer hing er al.
(ophangen; opknopen);
🔗 Degenen die wensen te worden gehangen, kunnen nu naar gindse galg lopen.
🔗 Als u hem vermoord hebt, zal ik zorgen dat u hangt.
(hanger; oorbel)
ear‐drop

DutchEnglish
hanger ear‐drop; hanger; pendant; sling
hangen sling; cling; depend; hang; hanging; hover; loll; lounge; sag; sag down; be suspended; swing
klerenhanger clothes‐hanger
oorhanger pendant; ear‐pendant; ear‐drop
sleutelhanger key fob; key‐ring