Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word handelsmerk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
fabrika marko
(affaire; koopmanschap; negotie; nering);
commerce
;
trade
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing.
(handeldrijven)
trading
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar?
(cachet; stempel)
🔗 Ik ben overgeschakeld op een ander merk.

DutchEnglish
handelsmerktrademark
handelbusiness; commerce; trade; trading; traffic
merkblaze; brand; make; mark; marque; note; print; vintage; stamp; trademark; hallmark