Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word handelskennis
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(affaire; koopmanschap; negotie; nering) | ; commerce ; trade | |
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing. | ||
(handeldrijven) | trading | |
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar? | ||
(bekendheid; kunde) | ; | |
🔗 Zijn kennis van de zaak is oppervlakkig, zoals u zult vernemen. | ||
(kunde; medeweten; weten) | ||
🔗 Want hoe groot zijn kennis ook moge zijn, zij moet een bron hebben. | ||
(bekende) | ||
🔗 Is hij mogelijk een kennis van je? |
Dutch | English |
---|---|
handelskennis | commercial knowledge |
handel | business; commerce; trade; trading; traffic |
kennis | acquaintance; acquirements; cognition; cognizance; education; information; knowledge; lore; scholarship; science; know‐how |