Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gereedschap

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gerei)
🔗 Er is toch gereedschap in de machinekamer?
(instrument)
instrument
; ;
🔗 Het enige stuk gereedschap dat ze bezat, was de bijl.
stuk gereedschap
(werktuig)
implement
garden tools

DutchEnglish
gereedschap implements; instruments; kit; stock‐in‐trade; tools; utensils
stuk gereedschap implement; instrument; utensil
gereedschapskist repair kit; kit; toolbox; tool kit; tool‐chest
gereedschapsmaker tool maker
gereedschapsschuurtje tool shed
gereedschapstas kit
landbouwergereedschap agricultural implements
scheergereedschap shaving‐tackle; shaving things
tekengereedschap drawing‐instruments
timmergereedschap carpenter’s tools
tuingereedschap gardening tools; garden tools