Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word foto

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 De foto’s werden bekeken.
take a picture
fari foton
🔗 Hij klom tot drieduizend meter en nam een paar foto’s.
identikit picture
kunmetita foto
photographer
🔗 Roep de fotograaf en laat niemand iets aanraken.
(film; filmrolletje)
colour photograph
air view
🔗 Ze maakten luchtfoto’s en vergrotingen laten duidelijk een witte plek tussen het geboomte zien.
photomontage
muntita foto
🔗 Kort na zijn formele aanhouding in de gevangenis van Fulton County in Georgia deelden de autoriteiten Trumps politiefoto.

DutchEnglish
fotophoto; photograph; picture; still
actiefotoaction photo; action photograph; action shot
compositiefotophotofit
detailfotoclose‐up
fotoalbumphotograph album; photo album
fotofinishphoto‐finish
fotograafphotographer; photographist
fotomontagecomposite photograph; composite picture; photo composing
fotosafariphoto safari
fototoestelcamera
fotowedstrijdphotographic competition
fotowinkelphotography shop
kleurenfotocolour photograph
luchtfotoair view; air photograph; aerial photo; aerial photograph; aerial view
montagefotoidentikit; photomontage
naaktfotonude photograph
pasfotopassport photo; passport photograph
politiefotomug shot
satellietfotosatellite photo
staatsiefotoofficial photograph
telefototelephotograph
trouwfotowedding photo; wedding picture