Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word fakkeldrager
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
prop ; support ; ; ; strut ; stanchion ; | ||
bearer | ||
🔗 Daarnaast zouden sommige patiënten die gezond genoeg zijn om het ziekenhuis te verlaten, nog een tijd drager kunnen zijn van het virus. | ||
(sjouwer; witkiel) | porter | |
🔗 Hij had de dragers gehuurd. | ||
(flambouw; toorts) | ||
🔗 Toen werden er fakkels aangestoken. |
Dutch | English |
---|---|
fakkeldrager | light‐bearer; torch‐bearer |
drager | bearer; carrier; exponent; porter; vehicle; wearer |
fakkel | brand; flambeau; torch |