Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word etenslucht
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(spijs) | ||
(bikken; nuttigen; vreten) | ; | |
🔗 Dat zal ik doen zodra ik iets heb gegeten. | ||
(maaltijd) | ||
🔗 Ze eten geen vlees maar wat is kip dan? | ||
🔗 Morgen eten we bij mijn jongste zoon. | ||
(geur; reuk) | ; | |
🔗 In het woud hing een lucht van brandend hout. | ||
(hemel) | ||
🔗 Er dreven grijze wolken hoog in de lucht. | ||
🔗 Het is bekend dat de lucht om ons heen een grote druk uitoefent. | ||
🔗 Geen zeevogel zweefde in de lucht, geen insect kroop er door het gras. | ||
🔗 De lucht was koud. |
Dutch | English |
---|---|
etenslucht | smell of cooking; smell of food |
eten | bite; chow; dine; dinner; eat; eating; feed; food; manducate; manducation; meat; nosh; have dinner |
lucht | smell; air; blue; sky; wind; scent |