Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ervan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
of it
de ĝi
🔗 Maar in de maand augustus is de zee helemaal open, zelfs in het noordelijke gedeelte ervan.
(erover)
about it
pri ĝi
🔗 Ik vroeg me af wat Freud ervan gezegd zou hebben.
(ervan)
of it
de ĝi
🔗 Hij voelt er niets van!
(aldaar; daar)
🔗 Zijn er meisjes?
(aan; door; vanaf; vandaan); ; ;
🔗 Waar zijn de schoenen van de jongens?
(op; uit; vanuit); ;
🔗 De treden waren van marmer.
van
surname
(aan; in; met; naar; op; over; voor); ; ; ;
🔗 Ze zijn zwak van verstand.
(aan; door; met; om; uit; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 En zij schreeuwden van vrees.
(vanaf; af; van … af)
de sur
🔗 We moeten proberen hen van dit eiland te krijgen.
(binnen; in; op; per; te; aan);
🔗 En het zal nog wel kouder worden van de winter.

DutchEnglish
ervanabout it; from it; of it; of them; out of it
dat komt ervanthat’s what comes from it; that’s what you get
ervan eteneat some of it
ervan houden omlike to
ervan langs krijgencop it; get it; get it hot; get it in the neck; get what‐for; get raked over the coals; catch it
iemand ervan langs gevengive it to somebody; let somebody have it; give somebody what‐for
erthere
vanat; by; for; in; of; off; on; out of; with; from; down