Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word equipage

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(koets; rijtuig)
carriage
(bemanning)
🔗 Deze walvisvaarder had, na zijn traan voor een margarinefabriek gelost te hebben, een equipage nodig om het schip verder naar Noorwegen te brengen.
(bemanning; scheepsvolk)

DutchEnglish
equipage carriage; crew; equipage