Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word enorm
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
enormously | enorme | |
🔗 Boeren in Zeeland die aardappels, uien en suikerbieten kweken, hebben enorm last van de droogte. | ||
| (gigantisch) | enormously ; ; | |
| (geweldig; gigantisch; reusachtig) | enormous ; huge ; ; tremendous | |
🔗 Nadat ze gebeld had, kwam er een dienstmeisje naar de deur, een klein Chinees vrouwtje met een enorm schort voor. | ||
enormous | ||
🔗 Even zweeg hij en ijsbeerde door de enorme werkkamer. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| enorm | ⇆ almighty; ⇆ enormous; ⇆ huge; ⇆ hugely; ⇆ hugeous; ⇆ hugeously; ⇆ humongous; ⇆ humungous; ⇆ immense; ⇆ immensely; ⇆ terrific; ⇆ titanic; ⇆ tremendous; ⇆ vastly |
| enormiteit | ⇆ enormity |