Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word doorverbinden
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Largo dacht hieraan terwijl hij doorverbonden werd. | ||
(aan; met; per; via; door middel van; te) | ; ; ; | |
🔗 De vermeerdering door zaaien gebeurt in april. | ||
(aan; met; om; omwille van; uit; uit hoofde van; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; on account of ; ; | |
🔗 Door het winterse weer zijn al zeker honderd vluchten geschrapt. | ||
(doorheen; door … heen; via; langs) | ; | |
🔗 Cyrion liep door de deur naar buiten. | ||
(aan; van; vanaf; vandaan) | ; ; | |
🔗 Ze waren omringd door stilte. | ||
🔗 De Oekraïense president Zelensʹkyj gaat naar Parijs, waar hij zal worden ontvangen door de Franse president Macron. | ||
(inzwachtelen; omzwachtelen; zwachtelen) | ||
🔗 Laat ik eerst uw hoofd betten en uw hand verbinden. | ||
(combineren; samenvoegen) | ; combine | |
(aansluiten) | ; connect up | |
(bijeenbinden; samenbinden) | ; | |
(aansluiten; binden; vastbinden; vastmaken; liëren) | associate ; ; ; ; ; ; tie up | |
(associëren) | associate | |
joint |
Dutch | English |
---|---|
doorverbinden | put through |
doorverbinden met | put on to |
iemand doorverbinden met | put somebody through to |
door | across; along; because of; by; by dint of; due to; on; on account of; through; with; during; from |
verbinden | affix; ally; amalgamate; annex; articulate; associate; band; bandage; bandage up; bind; bind up; bond; catenate; cement; combine; conjoin; connect; connect up; couple; dissociate; dovetail; dress; engage; hook up; join; join up; joint; knit; knit up; knot; link; link up; marry; obligate; oblige; pledge; tie; unite; splice; tie up; put through |