Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word domineren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(de boventoon voeren; overheersen)
dominate
🔗 Het waren zes mannen en een vrouw, en zij domineerde de groep.
(overheersen)
predominate
superregi

DutchEnglish
domineren command; dominate; dominate over; lord; lord it over; play a game of dominoes; play at dominoes; play dominoes; predominate