Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word boeien

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
fascinate
;
interesegi
🔗 En ik moet zeggen dat het boeiende dieren zijn.
(baak; baken; ton)
🔗 Een boot of helikopter van de kustwacht kan die boei later oppikken.
(keten; kluister)
fetter
;
shackle
🔗 Ik zal de boeien losmaken.
(gefascineerd)
fascinated
;
gripped
fascinita

DutchEnglish
boeien arrest; attract; bilboes; bonds; captivate; capture; chains; enchain; enthral; fascinate; fetter; grip; handcuff; hold; iron; irons; manacle; pinion; put in irons; rivet; shackle
boei beacon; buoy; fetter; manacle; shackle; handcuff; trammel
geboeid spellbound