Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bestraffing

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
punishment
(straf)
punishment
🔗 Ik negeerde natuurlijk zijn openlijke pret over mijn bestraffing.
(straffen)
🔗 De FIA moet hem bestraffen.

DutchEnglish
bestraffingpunishment
bestraffenamerce; amerce with; punish; reproach; rebuke; reprimand