Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word baker

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
dry‐nurse
;
monthly nurse
;
nurse
🔗 Jij hebt zeker geen baker gehad.
infant in arms
🔗 Een vindingrijke bakker uit Steenbergen bood aan al zijn klanten een broodje aan in de vorm van een bakerkind, versierd met een oranje strik.
cradle
🔗 Servië is nog altijd woedend over het verlies van de provincie, die wordt beschouwd als de bakermat van de Servische geschiedenis.
old wives’ tale

DutchEnglish
baker dry‐nurse; monthly nurse; nurse
bakerkind infant in arms
bakermat cradle
bakerpraatje old wives’ tale; gossip
bakerspeld large safety‐pin