Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word appelboom
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(appelaar) | ||
🔗 Zij kwamen langzaam het bos uit rijden en reden behoedzaam tussen de appelbomen door. | ||
🔗 Verder waren er ook een appel, een peer en een banaan. |
Dutch | English |
---|---|
appelboom | ⇆ apple‐tree |
áppel | ⇆ apple |