Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afzijdig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
nepartia
impartial
;
hold aloof
;
keep aloof
🔗 Je kon je beter niet afzijdig houden in een gemeenschap.
neutrality
🔗 Zo hij al niet wilde medewerken, moest men zich toch minstens van zijn afzijdigheid verzekeren.

DutchEnglish
afzijdig aloof
zich afzijdig houden hold aloof; keep aloof; stand aloof; stand aside; stand out; sit back
afzijdigheid aloofness