Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aanzien
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aanblik; air; aspect; uiterlijk; vóórkomen) | ; ; | |
🔗 Ik ken hem slechts van aanzien. | ||
; ; ; put up with ; ; ; ; | ||
(achting) | ; | |
(beschouwen; bekijken; kijken naar; bezien; aankijken) | ; | |
🔗 Verbaasd zag de matroos hem aan. | ||
(aangaande; met betrekking tot; ten opzichte van) | ||
🔗 Verwachtte uw Friedrich dat hij spoedig zou sterven… gezien de maatregelen die hij ten aanzien van u nam? | ||
glamorous ; prestigious | prestiĝa | |
🔗 Het bleken er tien te zijn en de twee die voorop reden, leken mannen van aanzien, terwijl de anderen tot hun personeel moesten behoren. | ||
zonder aanzien des persoons | without respect of persons | sen konsidero al la persono |
(deftig; voornáám) | ||
(eminent; prominent; voornáám; notabel) | distinguished | |
🔗 Het genootschap telde de aanzienlijkste magiërs van de streek. | ||
(aanmerkelijk; flink) | considerable ; | |
🔗 Fornax bevat een aanzienlijk aantal zwakke melkwegstelsels. | ||
(aanmerkelijk; sterk; beduidend; flink; fors) | ; substantially | konsiderinde |
🔗 Het vliegtoestel was inmiddels aanzienlijk dichterbij gekomen. | ||
; ; | ||
🔗 Waarschijnlijk zag men hem als een man aan wie men niet zonder gevaar scherpe voorwerpen kon toevertrouwen. | ||
🔗 Het was of wij ziende blind waren. | ||
assay ; ; ; ; ; ; ; | ||
🔗 En toen moesten we een hotel zien te vinden. | ||
(gezicht) | ||
🔗 Bij het zien van de druïde veranderde zijn gelaatsuitdrukking. | ||
🔗 Als hij me wil zien, kan hij hier naar de herberg komen. | ||
(kijken) | ; | |
🔗 Toen Shaina, die zich had omgedraaid om hen na te kijken weer naar beneden keek, zag ze op een open plek tussen de dennen die haar om de een of andere reden daarvoor niet was opgevallen. | ||
(eruitzien; ogen; vóórkomen) | ||
🔗 ’s Konings wangen zagen purper. | ||
🔗 Ik zag je naderen. | ||
🔗 Zie je die man daar? |
Dutch | English |
---|---|
aanzien | aspect; authority; complexion; consideration; distinction; esteem; face; look; look at; note; prestige; regard; respect; respectability |
aanzien voor | mistake for |
dat geeft de zaak een ander aanzien | that puts another complexion on the matter |
het is hem aan te zien | he looks it |
het laat zich aanzien dat | there is every appearance that |
het niet kunnen aanzien | be unable to bear the look of it; be unable to stand it |
het nog wat aanzien | wait and see; take no steps for the present |
iemand aanzien voor | take somebody for |
iemand er niet minder om aanzien | not respect somebody the less of it |
iemand op iets aanzien | suspect somebody of something |
iets aanzien voor | take something for |
ik zie hem er wel voor aan | I wouldn’t put it past him |
in aanzien zijn | be held in respect; be held in esteem |
naar het zich laat aanzien … | to judge from appearances … |
te dien aanzien | as for that |
ten aanzien van | in regard to; in respect of; respecting; with reference to; with regard to; with respect to |
ten onrechte aanzien voor | mistake for |
van aanzien | of note |
van aanzien kennen | know by sight |
waar zie je me voor aan? | what do you take me for?; whom do you take me for? |
zich goed laten aanzien | look promising; promise well |
zich het aanzien geven van | assume an air of |
zonder aanzien des persoons | irrespective of persons; without acceptance of persons; without respect of persons |
aanzienlijk | considerable; considerably; distinguished; exalted; good; massive; notable; pretty; respectable; substantial; of note; of standing; of high standing; substantially |
zien | behold; know; look; see; vision; seeing; tell |