Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aanzegging
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bekendmaken; mededelen; verwittigen) | ; notify | |
🔗 Hij leek meer op een jongen wie is aangezegd dat hij de volgende ochtend gefusilleerd zal worden. |
Dutch | English |
---|---|
aanzegging | announcement; notice; notification; warning |
aanzeggen | announce; notify; give notice of; warn |