Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aanwijzend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bestemmen) | designate ; | |
🔗 Snel wees de stuurman vier mannen aan om met hem naar beneden te gaan. | ||
(aanduiden; aangeven; beduiden; uitduiden; wijzen; wijzen op) | indicate ; point out ; | |
🔗 Hij wees twee indianen aan, die met de blanken aan een vuur zaten. | ||
demonstrative |
Dutch | English |
---|---|
aanwijzend | demonstrative; directory; indicant |
aanwijzend voornaamwoord | demonstrative |
aanwijzen | allocate; appropriate; assign; denote; designate; detail; indicate; mark out; point out; read; register; mark; show |