Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanwakkeren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanvuren; aanzetten; verlevendigen); ; ;
stir up
plivigligi
🔗 Aanvankelijk had de brandweer het vuur onder controle, maar door een flinke wind is de brand weer aangewakkerd.
(verhitten)
stir up
🔗 Die oude haat heeft Saruman aangewakkerd.
(aansporen; aanvuren; opwekken); ;
impel
; ; ; ;
spur on
; ; ;
whip up
(toenemen)
freshen
;
increase
plifortiĝi
🔗 De wind wakkerde aan.

DutchEnglish
aanwakkerenanimate; brisk up; fan; fire; fomentation; freshen; increase; revive; stimulate; stir up