Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanmerken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
aanmerken als
;
konsideri kiel
(kritiek);
critique
(berisping)
observation
; ;
stricture
observation
;
riproĉa rimarko
(tekenen; markeren)
marki
(bemerken; gewaarworden; waarnemen); ;
🔗 Ze merkte dat haar rug pijn deed.
(bemerken; opmerken)
🔗 Dan kan je langs hem gaan zonder gemerkt te worden.
(aanduiden; aangeven; kenmerken)
signi

DutchEnglish
aanmerkenconsider
aanmerken alspigeonhole
er niets op aan te merken hebbenhave no fault to find with it; have no quarrel with it
er veel op aan te merken hebbenhave great fault to find with it
er weinig op aan te merken hebbenhave little fault to find with it
aanmerkinganimadversion; bad mark; consideration; observation; remark; representation; stricture
merkenbadge; be aware of; blaze; brand; earmark; find; know; mark; notice; perceive; sense