Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanjagen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(over); ; ;
(op); ; ;
🔗 Klopt u maar aan de deur, dan doet hij open.
(bij; op); ;
🔗 Aan de deur wordt niet gekocht.
(aangestoken)
ŝaltita
🔗 Ern moest het doen met een minimum aan aandacht.
(bij; naar; op; tegen; tot; voor; naar … toe);
🔗 Nederlandse huishoudens geven massaal aan goede doelen. Vervolgens schreef hij een brief aan de koning, waarin hij hem uitnodigde naar de boerderij te komen.
(bij; naast);
🔗 Endelijk kwamen zij aan een witte brug en toen zij die overstaken, stonden ze voor de grote poorten van de stad.
(door; van);
🔗 De Antwerpse raffinaderijen hebben een overschot aan benzine.
(jegens; met; om; op; te; tot; voor; bij); ; ; ;
(betreffende; in; met; naar; omtrent; op; over; van; voor); ; ;
🔗 Maar wordt er iets aan gedaan?
(jegens; met; tegen; tegen … aan; tegenover; voor; op);
🔗 We kunnen er echter niets aan doen.
(door; met; om; uit; van; voor);
🔗 Hij is gestorven aan een hartverlamming.
(door; met; per; te);
🔗 Aan de vruchten kent men de boom.
(om; omstreeks; rondom; tegen; om … heen)
🔗 Sommige mensen dragen daarom nog steeds hun trouwring aan de linkerringvinger.
(binnen; in; op; per; te; van);
🔗 Aan het begin van de avond zijn er in het hele land onweersbuien.
(verschrikken); ; ; ; ; ;
startle
;
🔗 Het was een uitdrukking die hem tegelijkertijd angst aanjoeg en fascineerde.
schrik aanjagen
teruri
vrees aanjagen
(bang maken; intimideren)
;
hurry
;
🔗 Op dat moment werd zijn draagkoets ingehaald door een zware sportwagen die met grote snelheid over de besneeuwde weg joeg.
(jacht maken op; jagen op);
🔗 Onderweg jaagde hij.
(ijlen; snellen; stuiven)
🔗 Een koude wind joeg van de besneeuwde toppen door hun kleren heen.
(jacht; jachtpartij)
hunting
🔗 Je bedoelt dat het jagen daar ook niet veel oplevert?
(verschrikkelijk);
atrocious
;
awful
;
dreadful
;
gruesome
; ;
terrible
; ;
🔗 De stilte ervan was schrikaanjagend.

DutchEnglish
aanjagensupercharge
angst aanjagenterrify; put the wind up
iemand schrik aanjagengive somebody a fright; terrify somebody; give somebody a turn
schrik aanjagenintimidate; spook
vrees aanjagenintimidate
aanabout; against; ajar; alight; at; by; in; on; upon; to; unto; in the way of
aanjagerblower; booster; supercharger
jagencareer; chase; chivy; civvy; course; drive; gun; hunt; hunting; race; rush; scud; send; shoot; sweep; hurry on; tear
schrikaanjagendterrifying