Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanhouding

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(arrest; arrestatie; inhechtenisneming); ;
detention
🔗 Er zijn nog geen aanhoudingen verricht.
(arresteren; oppakken; in hechtenis nemen); ;
🔗 Hij werd al op 14 april aangehouden.
; ;
daŭradi
🔗 De verwachting is dat de gladheid tot in de ochtend aanhoudt.
(duren; standhouden; voortduren);
keep on
; ;
persist
(keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen); ;
🔗 Biggles hield een taxi aan en ging terug naar zijn kantoor in Scotland Yard.
persevere
;
persist
;
pursue one’s point
insistadi
(uitstellen); ; ; ;
procrastinate
; ;
shelve
keep burning
teni brulanta

DutchEnglish
aanhoudingapprehension; arrest; deferment; deferral; detainment; detention; holdup; seizure
bevel tot aanhoudingwarrant; warrant of arrest
aanhoudenapprehend; arrest; continue; detain; hold; hold in; hold on; hold over; hold up; insist; insistence; keep burning; keep in; keep on; keep up; last; nobble; persevere; persist; pursue one’s point; seize; stop; sustain