Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aangegroeid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(groeien; toenemen; groter worden)
increase
; ;
🔗 Bereken de tijdsduur waarin de spanning van nul tot 176,75 V aangroeit.
(groeien; stijgen; toenemen); ;
increase
🔗 Bereken de tijdsduur waarin de spanning van nul tot 176,75 V aangroeit.

DutchEnglish
aangegroeid accumulated
aangroeien accrue; augment; be on the increase; build up; get fouled; grow; increase; swell