Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aaneenschakelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
link together
;
link up
sinsekvigi
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
at a stretch
;
on end
;
for … together
seninterrompe
(achtereen)
at a stretch
;
on end
;
for … together
senhalte
(opeenvolging; volgorde);
🔗 Hun getuigenissen waren een aaneenschakeling van of onbelangrijke of geheel onmogelijke feiten en een onpartijdige rechter zou er geen waarde aan gehecht hebben.
(koppelen);
engage
switch on
;

DutchEnglish
aaneenschakelencatenate; concatenate; enlink; interlink; link; link together; link up
aaneentogether
aaneengeschakeldconcatenated; connected
aaneenschakelingcatenation; chapter; concatenation; consecution; sequence; series; train
schakelenchange gear; shift gear; shift gears; link; connect; switch