Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanbetalen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
make a down payment
pagi la unuan parton
(over); ; ;
(op); ; ;
🔗 Klopt u maar aan de deur, dan doet hij open.
(bij; op); ;
🔗 Aan de deur wordt niet gekocht.
(aangestoken)
ŝaltita
🔗 Ern moest het doen met een minimum aan aandacht.
(bij; naar; op; tegen; tot; voor; naar … toe);
🔗 Nederlandse huishoudens geven massaal aan goede doelen. Vervolgens schreef hij een brief aan de koning, waarin hij hem uitnodigde naar de boerderij te komen.
(bij; naast);
🔗 Endelijk kwamen zij aan een witte brug en toen zij die overstaken, stonden ze voor de grote poorten van de stad.
(door; van);
🔗 De Antwerpse raffinaderijen hebben een overschot aan benzine.
(jegens; met; om; op; te; tot; voor; bij); ; ; ;
(betreffende; in; met; naar; omtrent; op; over; van; voor); ; ;
🔗 Maar wordt er iets aan gedaan?
(jegens; met; tegen; tegen … aan; tegenover; voor; op);
🔗 We kunnen er echter niets aan doen.
(door; met; om; uit; van; voor);
🔗 Hij is gestorven aan een hartverlamming.
(door; met; per; te);
🔗 Aan de vruchten kent men de boom.
(om; omstreeks; rondom; tegen; om … heen)
🔗 Sommige mensen dragen daarom nog steeds hun trouwring aan de linkerringvinger.
(binnen; in; op; per; te; van);
🔗 Aan het begin van de avond zijn er in het hele land onweersbuien.
down payment
;
first instalment
;
initial deposit
;
instalment
unua partpago
(uitkeren);
🔗 Dat betekent dat ze elk 9 euro hebben betaald.
(voldoen);
pay for
🔗 De vis wordt duur betaald.
(uitbetalen)
🔗 Deze vent heeft mij niet betaald.
🔗 Ik heb dubbel betaald.
(betaling)
🔗 De oud‐advocaat van Donald Trump, Rudy Giuliani, is door een Amerikaanse jury veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 148 miljoen dollar, zo’n 136 miljoen euro.

DutchEnglish
aanbetalendeposit; make a down payment
aanabout; against; ajar; alight; at; by; in; on; upon; to; unto; in the way of
aanbetalingdeposit; down payment; earnest‐money; first instalment; initial deposit; instalment
betalenante; ante up; defray; disburse; discharge; pay; pay up; stand paymaster; settle; pay for