Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aan
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(over) | ; ; ; | |
(op) | ; ; ; | |
🔗 Klopt u maar aan de deur, dan doet hij open. | ||
(bij; op) | ; ; | |
🔗 Aan de deur wordt niet gekocht. | ||
(aangestoken) | ŝaltita | |
🔗 Ern moest het doen met een minimum aan aandacht. | ||
(bij; naar; op; tegen; tot; voor; naar … toe) | ; | |
🔗 Nederlandse huishoudens geven massaal aan goede doelen. Vervolgens schreef hij een brief aan de koning, waarin hij hem uitnodigde naar de boerderij te komen. | ||
(bij; naast) | ; | |
🔗 Endelijk kwamen zij aan een witte brug en toen zij die overstaken, stonden ze voor de grote poorten van de stad. | ||
(door; van) | ; | |
🔗 De Antwerpse raffinaderijen hebben een overschot aan benzine. | ||
(jegens; met; om; op; te; tot; voor; bij) | ; ; ; ; | |
(betreffende; in; met; naar; omtrent; op; over; van; voor) | ; ; ; | |
🔗 Maar wordt er iets aan gedaan? | ||
(jegens; met; tegen; tegen … aan; tegenover; voor; op) | ; | |
🔗 We kunnen er echter niets aan doen. | ||
(door; met; om; uit; van; voor) | ; | |
🔗 Hij is gestorven aan een hartverlamming. | ||
(door; met; per; te) | ; | |
🔗 Aan de vruchten kent men de boom. | ||
(om; omstreeks; rondom; tegen; om … heen) | ||
🔗 Sommige mensen dragen daarom nog steeds hun trouwring aan de linkerringvinger. | ||
(binnen; in; op; per; te; van) | ; | |
🔗 Aan het begin van de avond zijn er in het hele land onweersbuien. | ||
on board | ||
🔗 Dadelijk kwam alles aan boord in rep en roer. | ||
🔗 De Airbus had 169 inzittenden aan boord. | ||
working ; | laboranta | |
🔗 Ik kreeg ze maar niet "aan het werk. | ||
(lichten; licht geven; schijnen) | gleam ; | |
🔗 Toen Tom Poes op een middag wat boodschappen had gedaan en uit de winkel van de kruidenier Grootgrut naar buiten stapte, waren de lantaarns al aan. | ||
rijk aan | abundant in | riĉa je |
(tot; voor; naar; tot op) | ; ; | |
🔗 De vergadering duurde, zoals ik verwacht had, tot aan de avond. | ||
make a down payment | pagi la unuan parton | |
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | ||
at a stretch ; on end ; for … together | seninterrompe | |
(achtereen) | at a stretch ; on end ; for … together | senhalte |
(dragen; ophebben) | ||
🔗 Hij had schoenen aan, en dat nog wel op vrijdag! | ||
onshore | ||
(adviseren; raden) | ; | |
🔗 Raadt ge me aan te kijken? | ||
(oproepen; praaien) | ; ; invoke | |
🔗 Maar Elvira had al een taxi aangeroepen. | ||
invoke | ||
🔗 Waarom roept ge de goden aan? | ||
(aanslaan) | touch upon | ektuŝi |
; touch upon | ekmencii | |
🔗 Ik wilde het geval niet aanroeren. | ||
(aanbellen; bellen; luiden; schellen) | give a ring ; ring the bell ; | |
🔗 Daar zette hij zijn apparaat op de grond en schelde aan. | ||
celtuŝi | ||
tap at | frapeti sur | |
(bekendmaken; mededelen; verwittigen) | ; notify | |
🔗 Hij leek meer op een jongen wie is aangezegd dat hij de volgende ochtend gefusilleerd zal worden. | ||
(verzoeken) | ||
🔗 De Britse regering heeft mij voor dit werk aangezocht. | ||
(verzuren; zuren; zuur maken) | ||
🔗 Verwarm het tweede buisje een weinig, zuur daarna de vloeistof met verdund salpeterzuur aan en voeg enige druppels zilvernitraatoplossing toe. | ||
; in the rear | je la fino | |
(achter; achterin; van achteren) | ||
🔗 Het diepere duister achteraan, zou dat nog een grot kunnen zijn? | ||
on it | al ĝi | |
🔗 De man die eraan zat, was van middelbare leeftijd, ongeveer vijftig, maar slank en elegant. | ||
(rechtdoor; rechtuit) | straight ahead ; straight along | |
whereof | ||
🔗 Waaraan heeft hij zich schuldig gemaakt? |
Dutch | English |
---|---|
aan | about; against; ajar; alight; at; by; in; in the way of; on; to; unto; upon |
aan boord | aboard; on board; on shipboard |
aan de deur | at the door |
aan de muur | on the wall |
aan het werk | busy; on the job |
aan iemands bed | at somebody’s bed; by somebody’s bed |
daarvan op aan kunnen | be sure of that |
de boot is nog niet aan | the steamer is not in yet |
de deur staat aan | the door is ajar |
de school is al aan | the school has begun |
deze regering blijft niet lang aan | this government will not remain in office for long |
er is iets stuk aan de machine | there is something wrong with the machine |
er is niets aan | it is easy; it is very dull |
er is niets van aan | there is not a word of truth in it |
er is niet veel aan | it is very dull |
er niet op aan komen | be unimportant |
ervan op aan kunnen | be sure of it |
het is aan tussen hen | they are as thick as thieves; they are very fond of each other |
het is aan u | it is for you; it is for you to play; it is up to you; it is your turn |
het is aan u om te | it is your duty to; it rests with you to |
het licht is aan | the light is on |
hij heeft een jas aan | he has a coat on |
hij is aan het lezen | he is reading |
rijk aan | abundant in; pregnant with; prolific in; prolific of; rich in |
tot aan | as far as; till; unto; up to |
aanbetalen | deposit; make a down payment |
aaneen | together |
aanhebben | wear; have on |
aanjagen | supercharge |
aanlandig | onshore |
aanraden | advise; counsel; recommend; suggest |
aanroepen | call; call on; call upon; challenge; cry to; hail; hollo; invocate; invoke |
aanroeren | touch upon; touch |
aanrommelen | mess about; mess around; fiddle about; tinker about |
aantikken | tap; knock; finish; add up; dab; dib; rap; tip |
aanvinken | check |
aanzeggen | announce; notify; give notice of; warn |
aanzoeken | apply to; request |
achteraan | at the back of; in the rear; in the rearward; behind |
eraan | on it; attached to it; hanging on it |
rechtaan | straight on |
waaraan | on which; to which; whom … of; of whom; what … of |