Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Ringvaart

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Ze gaf hem de ring.
(band);
🔗 Toen nam hij de kleine cilinder met de rode ringen uit zijn zak, en controleerde die ook.
(gracht; kanaal)
🔗 Bij het passeren van een vrachtauto op de weg van Monnickendam naar Broek is vanavond omstreeks zeven uur een personenauto met drie inzittenden iets te ver uitgeweken en van de weg af in de ernaast lopende vaart terechtgekomen.
(snelheid)
🔗 Wat een vaart heeft dat ding!

DutchEnglish
ringvaartcircular canal
ringband; belt; circle; circlet; collar; girdle; hoop; prize‐ring; ring
vaartcanal; career; clip; course; drive; flight; go; headway; impetus; momentum; navigation; pizzazz; rate; speed; way; run; rush; sweep; voyage