Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Hoorn

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(horen)
🔗 Battle pakte de telefoon en sprak in de hoorn.
(klaroen)
(toeter; horen)
(Somalisch Schiereiland)
Horn of Africa
🔗 Hulpverleners in de Hoorn van Afrika doen wat ze kunnen, maar hebben niet genoeg eten en drinken voor iedereen.
Cape Horn
🔗 Het onderzoeksteam trof de orka’s in januari van dit jaar aan bij Kaap Hoorn in Chili, het zuidelijkste punt van Zuid‐Amerika.
anvil beak
;
bighorn sheep
kanada ŝafo
🔗 De eerste keer dat ik hier kwam, werd ik er door de eenhoorn heen geleid.
common mouse‐ear
mouse‐ear
yellow horned poppy
cerastes
;
horned viper
cornea
(huisje; schaal; schelp)
(wulk)
whelk
schoenhoorn
(schoenlepel)
shoehorn
;
shoe‐lift
(antenne; voelspriet);

DutchEnglish
hoornbugle; cusp; horn; mouthpiece; receiver
de koe bij de hoorns pakkentake the bull by the horns; grasp the nettle
de koe bij de hoorns vattentake the bull by the horns; grasp the nettle
Kaap HoornCape Horn
drinkhoornhorn
eenhoornunicorn
gehoorndhorned; cornuted
hertshoornhartshorn; staghorn; stag’s horn
hoornachtigcorneous; corny; horny
hoornbladhornwort
hoornblazerbugler; horn‐blower; horner
hoorndragerhorned animal; cuckold
hoornenhorn
hoorngeschalsound of horns; trumpet sound
hoornighorny
hoornisthorn‐blower; horner; horn‐player
hoornlaagstratum corneum
hoornsignaalbugle‐call
hoornveeneat; horned cattle; horned beasts
hoornvliescornea
jachthoornhunting‐horn
koehoorncow’s horn
korthoornveeshort‐horned cattle
kruithoornpowder‐flask; powder‐horn
misthoornfoghorn; siren
natuurhoornnatural horn
posthoornpost‐horn
roomhoorncream horn
schoenhoornshoehorn; shoe‐lift
spreekhoornear‐trumpet
Tritonshoorntriton; Triton’s trumpet
voelhoornantenna; feeler; horn