Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word knop

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
button
;
knob
knobkerrie
iviso
🔗 Vroeër het ’n groep vroue, gewapen met knopkieries, ook by die myn naby Rustenburg betoog.

AfrikaansEnglish
knop boss; bud; bulge; bump; burgeon; burl; button; gall; handle; head; hunch; knob; knoll; knur; knurl; lump; newel; nob; pommel; protuberance; pusher; splint; tuberosity; warble
in die knop staan be in bud
’n knop in ’n mens se keel hê have a lump in one’s throat
aansitknop starter button
blaarknop leaf‐bud
blaaspypknop exhaust‐nozzle
bladknop gemma
blomknop flower blud
deurknop door‐handle; doorknob
draagknop stud
drukknop press‐button; push; push‐button
gewrigsknop condyle
knopdraend gemmiferous
knopkierie bludgeon; club; cudgel; knobkerrie; shillelagh
knopneus bottle‐nose; conk; conky
knopperig knobbly; knobby; gibbous; knobbed; knurled; lumpy; nodose
knopsiekte lumpy skin disease
knopvelsiekte lumpy skin disease
knopwortel club‐root; eelworm
roosknop hip; rose‐bud
saadknop ovule; seed‐bud
saalknop pommel; saddle‐bow; saddle‐pommel
skildknop umbo
straatknop road‐stud
swaardknop pommel
toeterknop hooter‐button
vrugknop set