Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word een

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Okene was een van 12 bemanningslede.
🔗 Teen Sondag was ses van hierdie eenhede steeds buite werking.
oneness
on the one hand
🔗 Enersyds is daar die gedrukte media, wat veral koerante en tydskrifte insluit.

AfrikaansEnglish
eenace; one; oner; someone
een of andersome; somebody
een vir eenone by one; single file; singly; one at a time
uit een stukall in one; one‐piece; of one piece; pieceless
eenakterone‐act play
eenarmigone‐armed
eenassiguniaxial
eenatomiesmonatomic
eenbasiesmonobasic
eenbedryfone‐act play; one act
eenbenigone‐legged
eenbladigmonopetalous; monophyllous; one‐leaved; unifoliate
eenblommigmonanthous; uniflorous
eendagsvliegephemeron; mayfly
eendekkermonoplane
eenfasigmonophase
eenheidunit; entity; module; oneness; solidarity; unanimity; uniformity; unity
eenhelmigmonandrian; monandrous
eenhoewigone‐hoofed; solidungular; soliped; ungulate; whole‐hoofed
eenhoofdigmonarchic; monarchical; monocephalous
eenhoringunicorn
eenhuisigmonoecious
eenkamerigmonothalamous
eenkeeronce; one day
eenklankmonophthong; unison
eenkleppigunivalve; univalvular
eenkleurigmonochroic; monochromatic; monochrome; self‐coloured; whole‐coloured
eenlettergrepigmonosyllabic
eenlingindividual
eenlopendsingle
eenmaalonce; one day; once upon a time
eenmannigmonandrian; monandrous
eenmanteligunipetalous
eenmeeldradigmonandrian; monandrous
eenmotorigsingle‐engined
eenogigmonocular; monoptic; one‐eyed
eenpersoonsbedsingle bed
eenpittigmonopyreneous
eenpoligunipolar
eenponderone‐pounder
eenrigtingpadone‐way road
eenrigtingstraatone‐way street
eenrigtingverkeerone‐way traffic
eensaadlobbigmonocotyledonous
eensadigmonospermal; monospermic; monospermous
eenselligunicellular; uniocular
eensitplekmotorone‐seater
eenskulpigunivalvular
eenslagtigunisexual
eensnarigone‐stringed
eensoortighomogeneous
eenspoortreinmonorail
eenstammigmonophyletic
eenstyligmonogynous
eensydigex parte; lop‐sided; one‐sided; partial; unilateral
eentakkiguniparous
eentaligmonoglot; unilingual
eentermmonomial
eentoonmonotone
eenversgedigmonostich
eenvingerigmonodactylous
eenvoetiguniped
eenvormiguniform; monotropic; monomorphic; monomorphous; uniformly; undiversified
eenwaardigunivalent
eenwegklepthrough‐way valve
eenwielerunicycle
eenwordingunification
eenwywerymonogamy; monogyny
eenwywigmonogamous; monogynous
enersydson the one hand
enetjiesingleton
vereenunite