The conjugation of the Dutch verb vergeten

Irregular forms are printed in red.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vergeet(ik) vergat
(jij) vergeet(jij) vergat
(hij) vergeet(hij) vergat
(wij) vergeten(wij) vergaten
(gij) vergeet(gij) vergat
(zij) vergeten(zij) vergaten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vergete(dat ik) vergate
(dat jij) vergete(dat jij) vergate
(dat hij) vergete(dat hij) vergate
(dat wij) vergeten(dat wij) vergaten
(dat gij) vergetet(dat gij) vergatet
(dat zij) vergeten(dat zij) vergaten
Gebiedende wijs
vergeet
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
vergetend(e)(hebben1/zijn2) vergeten


Notes

1 not having thought about it

Example: Ik heb vergeten om de deur te sluiten.

2 not being able to remember

Example: Die gebeurtenis is ze allang vergeten.