The conjugation of the Dutch verb verdrieten

Irregular forms are printed in red.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verdriet(ik) verdroot
(jij) verdriet(jij) verdroot
(hij) verdriet(hij) verdroot
(wij) verdrieten(wij) verdroten
(gij) verdriet(gij) verdroot
(zij) verdrieten(zij) verdroten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verdriete(dat ik) verdrote
(dat jij) verdriete(dat jij) verdrote
(dat hij) verdriete(dat hij) verdrote
(dat wij) verdrieten(dat wij) verdroten
(dat gij) verdrietet(dat gij) verdrotet
(dat zij) verdrieten(dat zij) verdroten
Gebiedende wijs
verdriet
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
verdrietend(e)(hebben) verdroten