De vervoeging van het Nederlandse werkwoord schrijven

Onregelmatige vormen zijn in rood gedrukt.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schrijf(ik) schreef
(jij) schrijft; schrijf (jij)(jij) schreef
(hij) schrijft(hij) schreef
(wij) schrijven(wij) schreven
(gij) schrijft(gij) schreeft
(zij) schrijven(zij) schreven
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) schrijve(dat ik) schreve
(dat jij) schrijve(dat jij) schreve
(dat hij) schrijve(dat hij) schreve
(dat wij) schrijven(dat wij) schreven
(dat gij) schrijvet(dat gij) schrevet
(dat zij) schrijven(dat zij) schreven
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
schrijfschrijft
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
schrijvend(e)(hebben) geschreven