La konjugacio de la nederlanda verbo nijgen

Neregulaj formoj estas presitaj ruĝe.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) nijg(ik) neeg
(jij) nijgt; nijg (jij)(jij) neeg
(hij) nijgt(hij) neeg
(wij) nijgen(wij) negen
(gij) nijgt(gij) neegt
(zij) nijgen(zij) negen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) nijge(dat ik) nege
(dat jij) nijge(dat jij) nege
(dat hij) nijge(dat hij) nege
(dat wij) nijgen(dat wij) negen
(dat gij) nijget(dat gij) neget
(dat zij) nijgen(dat zij) negen
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
nijgnijgt
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
nijgend(e)(hebben) genegen