La conjugaison du verbe néerlandais kijven

Des formes irrégulières sont imprimées en rouge.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kijf(ik) keef, kijfde
(jij) kijft; kijf (jij)(jij) keef, kijfde
(hij) kijft(hij) keef, kijfde
(wij) kijven(wij) keven, kijfden
(gij) kijft(gij) keeft, kijfdet
(zij) kijven(zij) keven, kijfden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kijve(dat ik) keve, kijfde
(dat jij) kijve(dat jij) keve, kijfde
(dat hij) kijve(dat hij) keve, kijfde
(dat wij) kijven(dat wij) keven, kijfden
(dat gij) kijvet(dat gij) kevet, kijfdet
(dat zij) kijven(dat zij) keven, kijfden
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
kijfkijft
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
kijvend(e)(hebben) gekeven, gekijfd