Synonimen: dikwijls, gedurig, menigmaal, veel, veelal, veeltijds, veelvuldig
Wurdsoarte | bywurd |
---|
Utspraak | /vak/ |
---|
Ofbreking | vaak |
---|
Als kind zwom ik hier vaak.
Hij was vaak in deze situatie, want doordat hij de telefoon bediende, was hij de overbrenger van al het slechte nieuws op het eiland.
Hij en Sasja sliepen in aparte slaapkamers en vaak kwam hij niet bij haar.
Vaak is hoge inflatie het gevolg.
En zulke dingen gebeuren helaas al te vaak.
In het gebied komen vaker grote branden voor.
Wolven vallen wel vaak schapen aan in Nederland.